Samen met Zuid- en Midden-Limburg, Belgisch-Limburg, Aken en Luik, vormt Maastricht de Euregio Maas-Rijn: een verstedelijkt gebied met 3,9 miljoen inwoners, ter grootte van de Randstad, in het hart van Europa. Maastrichtenaren moeten de vruchten daarvan kunnen plukken door de economische, academische en culturele samenwerking tussen deze steden sterker te maken. OV is bij uitstek de sector waar niet alleen ingegaan wordt op de vraag van reizigers, maar ook nieuwe vraag wordt aangeboden: zo was forenzen in de Randstad zeldzaam totdat de verbindingen beter werden. Op die manier willen we ook naar onze grensoverschrijdende regio kijken: als een dynamisch verstedelijkt gebied waarin gemeente- en landsgrenzen geen rol meer spelen. Daarom willen we, in samenwerking met provincie, Zuid-Limburgse gemeenten en buurlanden, meer en snellere OV-verbindingen tussen Limburg, België en Duitsland. Ook ‘s nachts.

De Drie-Landen-Trein

Volt wil het oude plan van de drie-landen-trein weer oppakken. Die rijdt nu vanuit Aken naar Maastricht, maar niet tot aan Luik, omdat onze lokale politiek niet heeft willen meegaan met de strengere Luikseveiligheidseisen. Volt wil dat die eisen worden gerespecteerd, zodat we onze Euregio Maas-Rijn voor eens en altijd goed verbinden. Om die verbinding écht te realiseren zou de trein ook minder vaak moeten stoppen; die doet er nu nog een uur over om in Aken te komen, terwijl dat binnen een half uur zou kunnen. Ten slotte zou deze trein vier keer, in plaats van één keer, per uur moet rijden.

Een Zuid-Limburgs intercity-systeem

Tussen Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen wil Volt intercity-treinverbindingen laten rijden via een metro-schema: iedere tien minuten, van stad tot stad, binnen een kwartier en tot twee uur ‘s nachts. Hierdoor ontstaat een dynamische woon-werk-relatie binnen de verstedelijkte driehoek van Zuid-Limburg. Het maakt dan immers minder uit of je een baan hebt in Heerlen, woont in Sittard of een laatste biertje met vrienden in Maastricht drinkt. Zo lossen we ook een groot deel van de woningcrisis in Maastricht op, alsook de leegloop in Sittard-Geleen en Parkstad, omdat het veel makkelijker wordt om te forenzen tussen deze drie steden.

Volt wil meer woningen én campussen bouwen. Het woningtekort in Maastricht laat zien hoe Maastrichtenaren van verschillende groepen vaak toch verbonden zijn doordat ze kampen met dezelfde uitdagingen. Met het bouwen van betaalbare campussen los je de woningcrisis voor studenten op én worden de bestaande woonwijken leefbaarder door afnemende overlast van studenten. Door een beetje goed te kijken zie je hoeveel gebieden in Maastricht beschikbaar zijn voor het opbouwen van campussen en nieuwe woonwijken

Een Zuid-Limburgs intercity-systeem

Een paar voorbeelden zijn de Oeslingerbaan bij Randwyck, de Maasoever van de Franciscus Romanusweg, het gebied rondom de Noorderbrug, de Koompe aan de Prins Bisschopsingel, het KPN-terrein nabij de Noormannensingel en het Trega-Terrein aan de Borgharenweg. Veel van deze plannen zijn al uitgewerkt door plaatselijke bewoners, zoals de Maastrichtenaren die meededen aan het Topos-project “Maastricht op weg naar een nog mooiere stad”. Volt wil dat de gemeente zo snel mogelijk zich verbindt met inwoners en gaat luisteren naar deze voorstellen. Daarbij is het van groot belang om duidelijke eisen te stellen aan projectontwikkelaars zodat onze eerste en grootste zorg opgelost gaat worden: toegankelijke campussen voor studenten en betaalbare woningen voor starters en andere Maastrichtenaren.

De mogelijkheid tot hoogbouw

Hoogbouw mag nooit het uitzicht van het historisch centrum blokkeren. Volt wil een open gesprek aangaan met buurthuizen en wijkbewoners over hoogbouw buiten de binnenstad, omdat dit nieuwe huisvestingsmogelijkheden kan bieden. Dit is een goed voorbeeld van een onderwerp dat besproken kan worden in een Burgerraad (zie 4. Een burgerraad in Maastricht).

Flexibele bestemmingsplannen.

Volt wil daarnaast een flexibele aanpak voor bestemmingsplannen, zodat bijvoorbeeld kantoren, winkels en appartementen makkelijker gezamenlijke gebouwen kunnen delen. Met één functie per gebouw kan de stad moeilijk met een veranderende tijdsgeest meegaan.

OV & Wonen: Twee kanten van dezelfde medaille

Ten slotte ziet Volt het OV en woningbeleid als twee kanten van dezelfde medaille. Laten we dat even uitleggen: terwijl Maastricht een woningcrisis heeft, heerst er leegstand én leegloop in veel Limburgse gemeenten. Ook aangrenzende Belgische deelgemeenten bieden veel woonruimte. Met sterk OV zijn Zuid-Limburg en de aangrenzende gebieden in België en Duitsland klaar voor een dynamisch en goed verbonden werk-en-woongebied, een plek waar forenzen geen obstakel meer vormt, en waar alle gemeenten en inwoners op vooruit gaan (zie ook: 1. Betere verbindingen: Limburg, België en Duitsland). Zo creëer je ook meer kansengelijkheid: een beter verbonden arbeidsmarkt in de regio kan een deel van de arbeidskrapte in Limburg en de werkloosheid in het Belgisch grensgebied oplossen.

Denk Europees, handel lokaal. De overstromingen van de Maas afgelopen zomer herinnerden ons er pijnlijk aan dat de grens geen enkel obstakel vormt voor natuurrampen. Klimaatverandering gaat ons allen aan. Volt wil Maastricht verduurzamen en beter verbinden met OV. Hierbij wil Volt dat Maastricht zoveel mogelijk leert van andere Europese steden. Door kennis te delen, kunnen we werken aan een groen Europa op een duurzame planeet.

Autoluw en fietsvriendelijk

Volt wil de binnenstad autoluw maken: niet voor plaatselijke bewoners maar wel voor bezoekers. Een autoluwe stad motiveert mensen vaker het OV te nemen. Daarbij willen we meekijken met lokale experts, naar het realiseren van zoveel mogelijk fietsroutes in heel Maastricht, zoals een voetgangers- en fietsverbinding (als brug of tunnel) tussen de Sint Maartenslaan en de Meerssenerweg. Inmiddels beginnen steeds meer steden in Europa te investeren in betere fietsroutes. Maastricht moet niet achterblijven.

Bezoekers parkeren aan de rand van de stad

Om bezoekers toch te verwelkomen in de stad, wil Volt de parkeermogelijkheden voor bezoekers naar de rand van de gemeente verplaatsen, zoals bij station Noord en een nieuwe locatie bij station Randwyck. Verder wil Volt meer fietsenstallingen en plekken voor deelfietsen plaatsen in de binnenstad. Na afloop van het Q-Park-contract wil Volt de Vrijthofgarage primair inrichten en exploiteren voor gebruik door vergunninghouders: o.a. binnenstadbewoners, ondernemers en in de stad werkend personeel.

Stadsgroen inzetten

Volt wil daarnaast slim inzetten op stadsgroen, als barrière om het leven in de stad te beschermen tegen luchtvervuiling, maar ook om verkoeling te bieden bij hittegolven en gezonde waterhuishouding in te zetten ter voorkoming van wateroverlast of droogte.

Energie besparen

Ten slotte ziet Volt dat Maastrichtenaren vaak graag willen besparen op energie maar niet altijd weten hoe. Daarom wil Volt huiseigenaren actief informeren over mogelijkheden om energieverbruik te reduceren door het energieloket van de gemeente zichtbaarder te maken.

Het is tijd voor Democratie 2.0. Verkiezingen zijn een directe manier voor Maastrichtenaren om onze politiek te veranderen, maar het biedt weinig mogelijkheden om echt in gesprek te gaan met elkaar, om verschillende groepen Maastrichtenaren met elkaar te verbinden en om inwoners te betrekken bij gemeentelijk beleid die zich minder betrokken voelen bij de politiek. Een Maastrichtse Burgerraad is de beste manier om de stad dynamischer en democratischer te maken. Naar Eupens (Oost-Belgisch) model wil Volt in Maastricht, net als in Aken, een burgerraad opzetten die direct is verbonden met de gemeenteraad. 

Een nieuwe Burgerraad in Maastricht: met dank aan Eupen en Aken

In de hele Europese Unie zijn al experimenten gaande met burgerfora, zoals in Ierland rondom de legalisering van abortus. Dichter bij huis, in het Oost-Belgische Eupen, bestaat al een permanente burgerraad. Met het “Eupener Model” is Volt Aachen aan de slag gegaan om een Aachener Bürgerrat op te zetten. Wij willen het Aakse voorstel overnemen en in Maastricht implementeren. De Burgerraad zal een permanente instelling worden, niet enkel een forum: bij nieuwe stemmingen worden willekeurige burgers uitgenodigd. Samen met experts geven zij in democratisch overleg advies over beleidsvoorstellen van het gemeentebestuur. Indien het bestuur dit advies niet opvolgt, zal het bestuur dat besluit live moeten verdedigen in debat met de Burgerraad.  

Maastricht in gesprek met haar eigen bewoners

Sommige inwoners hebben geen kennis van de inhoud, hiervoor zijn experts aanwezig. De experts worden door de burgercommissie aangesteld. De besluitvorming wordt onder leiding van een moderator gedaan.  De burgerraad bespreekt en besluit. Dit wordt samengevat en als aanbeveling bij de gemeenteraad ingediend. Dit is een dringend advies. Aan het einde van een heel jaar komt er een nieuwe burgerraad en wordt er met de gemeenteraad geëvalueerd hoe alles verlopen is. Een burgerraad is dus geen kortstondig burgerparticipatie-project maar een permanente stem voor inwoners in de stad waarbij verschillende inwoners van Maastricht verbonden raken met elkaar: de geboren en getogen Maastrichtenaar, de internationale student, de jonge starter die van buiten de stad komt of de inwoner die pas net naar Europa is geëmigreerd. Maastricht moet in gesprek met haar eigen bewoners.

Volt wil de cultuursectoren van onze Euregio Maas-Rijn - Luik, Aken en (Belgisch en Nederlands) Limburg - verbinden binnen een Maas-Rijn-Cultuurfonds. Zo brengen we mensen samen en kunnen we als Europese grensregio bouwen aan een onderscheidend geluid. Cultuur is een sterke factor voor een betere verbinding tussen Maastrichtenaren en andere burgers van onze regio.

Een onderscheidend geluid voor Maastricht, Limburg en het Maas-Rijnland

Het Maas-Rijn-Cultuurfonds geeft antwoord op het Maastrichtse en Zuid-Limburgse vraagstuk om een cultuursector op te zetten die zich onderscheidt van grote Nederlandse cultuurindustrieën, zoals die van Eindhoven en de Randstad. Juist ons Euregionaal grensgebied heeft een enorme verscheidenheid aan cultuur te bieden die alleen nog maar verbonden hoeft te worden, zoals de dynamische popscenes in België en Duitsland, bekende opera’s en symfonie-orkesten in Luik en Aken, het Duits Oktoberfest van Sittard en talloze kleine projecten die gericht zijn op het betrekken van grensoverschrijdend publiek. Dit zorgt ervoor dat Maastricht en Zuid-Limburg een authentiek geluid in de lokale cultuurindustrie krijgen dat niet zomaar kan worden gereproduceerd in. Authenticiteit zorgt er weer voor dat onze regio talenten trekt van buitenaf.

Grensoverschrijdende cultuur van onderaf opgezet

Hierbij wil Volt niet de bekende bureaucratische wegen bewandelen. Hoewel samenwerkingsprojecten als Interreg Euregio zeker een meerwaarde hebben,  wil Volt het Maas-Rijn-Cultuurfond van onderaf beginnen. Een gedeelte van het gemeentelijk cultuurbudget richt zich dan op verbindingen leggen met en tussen Limburgers, Luikenaren en Akenaren. Andere gemeenten worden gemotiveerd om mee te doen aan dit fonds, maar dit is geen eis om het fonds op te zetten. Maastricht neemt het initiatief.

Van cultuur naar integratie

Culturele samenwerking zorgt voor ontmoetingen die op de lange termijn een geweldige invloed zal hebben op socio-economische integratie in het grensgebied van België, Duitsland en Nederland. Volt is hierbij een groot voorstander om extra aandacht te geven aan het betrekken van scholen in grensoverschrijdende culturele samenwerking, zodat jongeren uit onze regio meer in contact komen met elkaar.

Om Maastricht te hervormen tot een stad die klaar is voor de Europese eenentwintigste eeuw, wil Volt dat het gemeentebestuur aanzienlijk gaat veranderen van binnenuit. Daarom stellen wij een nieuw wethouderschap voor met bijbehorende commissie: een Wethouder van Europese Zaken. Zo kan Maastricht zich transformeren tot de stad die zij altijd ambieerde te zijn: een politieke koploper in het hart van Europa.

Wethouder van Europese Zaken: een institutionele verbinding met Europa

Voor grensoverschrijdende samenwerking zijn gesprekken met grensgemeenten of internationale adviezen opvolgen binnen het samenwerkingsplatform Interreg Euregio Maas-Rijn niet genoeg. Om daadwerkelijk deel uit te maken van het kloppend hart van Europa, zal Maastricht haar politiek instituut van binnenuit moeten Europeaniseren. Volt wil daarom dat er een bestuurder wordt aangewezen dat Maastricht verbindt met Europa: een Wethouder van Europese Zaken met een eigen commissie.

De Europese wethouder: vijf verantwoordelijkheden

Onder het wethouderschap en de bijbehorende Maastrichtse commissie van Europese Zaken zullen vijf verantwoordelijkheden vallen. Ten eerste zal deze wethouder best practices uit Europa (zoals de succesvolle betaalbare woningbouw in Wenen) informeren aan de raad en zo nodig implementeren. Zo is de gemeente verzekerd de beste bestaande oplossingen te gebruiken voor haar uitdagingen en hoeft ze niet meer het wiel opnieuw uit te vinden. Deze wethouder zal, ten tweede, de raadsdebatten van, tenminste, de Maas-Rijn-hoofdsteden (Luik, Aken en Hasselt) nauwgezet moeten volgen. De wethouder deelt diens verworven kennis over nieuwe politieke ontwikkelingen aldaar met de Maastrichtse gemeenteraad wanneer die van belang zijn voor de lokale politiek. De wethouder zal, ten derde, de Brusselse wetgeving die van toepassing is op onze gemeente zo passend mogelijk moeten uitvoeren en de raad uitnodigen zorgvuldige discussies te voeren over nieuwe Europese regels. Ten vierde staat de Wethouder van Europese Zaken in direct contact met grensoverschrijdende partners (niet alleen gemeenten, maar ook met, bijvoorbeeld, de Technische Universiteit van Aken) wanneer dit nodig is in het kader van bepaalde, door de gemeenteraad aangenomen, grensoverschrijdende samenwerking. Ten vijfde moet deze wethouder het Maastrichts ambassadeurschap in andere gemeenten belichamen, met of zonder de burgemeester als vertegenwoordiger van de stad. Zo kan de wethouder voor verschillende gelegenheden worden ingezet, of dat nu om een visite gaat aan een zusterstad als Koblenz, of om een belangrijk werkbezoek bij een grensgemeente als Lanaken.

De Randstad, Eindhoven, het Duits Roergebied en Brussel: Zuid-Limburg ligt midden in het kloppend hart van Europa. Het is tijd om dat te erkennen en de vruchten daarvan te plukken. De grens van Zuid-Limburg wordt voornamelijk gedeeld met België en Duitsland en maar voor 5 km met de rest van Nederland. Hier liggen grote kansen voor de Maastrichtse economie en kunnen de verstedelijkte gebieden van Nederland, België en Duitsland beter met elkaar verbonden worden. Maar niet alleen onze ligging is Europees, de inwoners van Maastricht ademen Europa. Bijna één op de drie inwoners van Maastricht heeft een (deels of volledig) niet-Nederlandse achtergrond, en dat aandeel is groeiende. Daarnaast heeft de absolute meerderheid van de studenten aan de Universiteit Maastricht een niet-Nederlandse nationaliteit.

Taalcursussen: betaalbaar en toegankelijk

Om de vruchten te plukken uit de gunstige ligging en internationale  samenstelling van Maastricht is het cruciaal dat de gemeenteraad innoveert in toegankelijk en betaalbaar taalonderwijs. Volt pleit daarom voor toegankelijke cursussen Engels, Duits, Frans, Nederlands en Limburgs. In samenwerkingsverbanden (zoals met de universiteit, de Vertaalacademie van Hogeschool Zuyd en Alliance Française) kan de stad grenswerk aanmoedigen en anderstaligen uitnodigen om zich te integreren in onze lokale economie. Daarin is het belangrijk dat de gemeente het Grensinfopunt zichtbaarder maakt voor Euregio-inwoners. Zo wordt men geïnformeerd en gemotiveerd om grensoverschrijdend te werken.

De Nederlandse taal voor nieuwe Maastrichtenaren

Toegankelijk en betaalbaar Nederlands taalonderwijs verdient daarbij extra aandacht. De komst van internationale studenten en arbeidsmigranten maakt Maastricht tot een dynamische stad. Maar zelden voelen zij zich genoeg verwelkomd om te blijven in de stad. Nieuwe Maastrichtenaren blijven alleen als ze binding krijgen met de regio. Het is daarom van cruciaal belang dat de gemeente zichtbaar, betaalbaar en toegankelijk Nederlandse taalcursussen aanbiedt aan onze nieuwkomers. Internationale studenten zouden daarnaast, als zij dat willen, Nederlandse cursussen moeten kunnen combineren met hun reguliere studie. Volt wil in samenspraak met de universiteit ervoor zorgen dat Nederlands cursussen altijd beschikbaar zijn als keuzevak binnen Engelstalige studies en dat de bijbehorende ECTS-punten worden meegeteld in het diploma. Een dergelijke manier om anderstalige studenten in de stad te houden worden ook al op andere universiteiten in Europa gebruikt. Zo heeft de Universiteit van Tartu in Estland als expliciet doel om zoveel mogelijk internationale studenten te integreren en te houden. Volt wil dat Maastricht een voorbeeld neemt hieraan.

Frans en Duits op school

Terwijl jonge Limburgers steeds beter Engels leren, gaat de kennis van het Duits en Frans achteruit. Dat is een groot probleem voor een regio wiens gehele economie is verbonden met die van België en Duitsland. Volt wil daarom dat taalonderwijs veel meer aandacht krijgt in het Maastrichts primair en secundair onderwijs. Hoe vroeger kinderen beginnen met het leren van andere talen, hoe taalgevoeliger ze worden. Volt wil in Maastricht en in de rest van Zuid-Limburg dat basisscholen in ieder geval één van de twee grenstalen - Frans of Duits - kunnen gaan aanbieden aan kinderen (zie ook: 10. Onderwijs als wapen tegen ongelijkheid).

Als deel van ons verbindend cultuurbeleid, wil Volt dat Maastrichtse burgers en bezoekers  geschiedenis van Maastricht op een laagdrempelige manier kunnen beleven. Hiervoor wil Volt samen met de gemeente en verschillende cultuurpartners een interactieve applicatie ondersteunen die per bezoekersgroep (leeftijdsgroep en taal), gebeurtenis (zoals het Verdrag van Maastricht) en diepgang (tourist/lokale inwoner/expert) kan worden gevarieerd. Zo wordt Maastricht een stad die op elk moment van de dag Maastrichtenaren en buitenstaanders iets kan leren over haar unieke geschiedenis. Ook wijken buiten de historische binnenstad zullen worden uitgelicht in de app. Musea in de stad zullen een sterke nadruk krijgen in de app en daarom meer zichtbaarheid krijgen. Aan de ene kant zorgt dit ervoor dat Maastrichtenaren worden uitgenodigd hun eigen stad te herwaarderen. Aan de andere kant zorgt dit ervoor dat toeristen worden uitgenodigd hun dag in Maastricht op een meer diepgaande manier te beleven dan zij vaak doen. Het concept van de app kan, na een testperiode, ook worden uitgebreid naar andere gemeenten in Zuid-Limburg en het Euregionaal grensgebied.

Musea in Europa verbinden

Daarnaast wil Volt kijken naar het idee van een European Experience Centre, dat al bestaat in andere Europese steden (zoals Berlijn, Kopenhagen en Tallinn). Dit is een laagdrempelige manier zijn om mensen digitaal te betrekken bij zowel de stad als bij de EU. Verder wil Volt Maastricht aansluiten bij de Euregionale museumkaart. In Aken, Oost-België en Parkstad doen musea sinds 2019 al mee aan een tweejarige proef voor dit initiatief.

Volt benadrukt waar het sociaal domein voor is bedoeld: om mensen economisch te emanciperen en hen financieel onafhankelijk te maken. Tot 2024 investeert de gemeente Maastricht 369 miljoen euro in het sociaal domein. Om er effectief voor te zorgen dat dit geld daadwerkelijk wordt gebruikt om Maastrichtenaren economisch te emanciperen moet de Nederlandse en gemeentelijke politiek zich focussen op decentraliseren en innoveren. Aan de ene kant wil Volt échte decentralisering, niet de landelijke decentralisering uit 2015, die in de praktijk vooral resulteerde in lokale bezuinigingen. Volt wil dus dat de gemeente meer financiële instrumenten krijgt dan ze nu heeft. Aan de andere kant wil Volt dat er meer ruimte voor de zorg moet komen om het sociaal domein constant te blijven heruitvinden.

Decentralisering in Maastricht, Nederland en Europa

Volt staat pal voor échte decentralisering, zodat politiek en bestuur zo dicht mogelijk bij de burgers staan. De landelijke decentralisering van 2015 leek hier een aanzet tot maar bood te weinig financiële middelen, waardoor de landelijke decentralisering in feite gemeenten dwong om te gaan bezuinigen op kostenposten. Volt wil daarom in gesprek blijven op nationaal niveau om meer geld van het Rijk voor gemeenten te krijgen. Als Maastrichtse afdeling blijven we in nauw contact met de Nederlandse en Europese Volt-afdelingen, zodat gemeentelijke belangen worden meegenomen in Kamerdebatten.

Toekomstbestendige jeugdzorg: preventie boven nazorg

Preventie is effectiever dan zorg achteraf. Volt wil jeugdzorgpersoneel meer betrekken bij het onderwijs, zodat jongeren al vroeg de zorg krijgen die ze verdienen en zodat mensen in de zorg blijven innoveren en met veranderende tijden meegaan. Preventie zorgt op lange termijn voor minder zorgkosten. Volt pleit voor gedecentraliseerde, wijkgerichte jeugdzorgcentra: kinderen en verzorgers kunnen dan op één plaats met hun hulpvraag terecht. Voor complexere problemen zal hulp - zo niet in de buurt - altijd in de regio beschikbaar zijn.

Beloon werk: parttime-premie voor uitkeringsgerechtigden

Volt wil werk belonen. Uitkeringsgerechtigden worden nu gekort op hun uitkering wanneer zij gaan werken.  Hierdoor wordt werken in feite gestraft. In Limburg zorgt dit voor nóg meer problemen dan elders nu we te maken hebben met een historische arbeidskrapte. We hebben meer werkers nodig om de economie draaiende te houden. Volt wil daarom dat parttime-werkende Maastrichtenaren met een bijstandsuitkering 30% van het bijverdiende inkomen mogen houden, tot een maximum bedrag van €219 per maand. In Amsterdam blijkt dat dit beleid mensen twee keer zo snel aan een baan helpt.

Breng mantelzorg op lokaal niveau

Laat de mantelzorgbegroting écht naar mantelzorgers gaan. Veel geld gaat nu naar de coördinatie ervan. Dat moet efficiënter. Wijkgebonden mantelzorgbudgetten kunnen helpen. Volt wil dat  ze direct beschikbaar zijn voor mantelzorgers, door laagdrempelige organisatie en beheer via wijktafels, bestaande uit bewoners, professionals en vrijwilligers.

Digitale innovatie: een wethouder met digitale zaken in de portefeuille

Maastricht heeft een sterke digitale transitie nodig om de stad, inclusief haar sociaal domein, toekomstbestendig te maken. Om de huidige en toekomstige informatiestromen en -systemen in veilige en efficiënte banen te kunnen leiden is het noodzakelijk dat er op bestuurlijk niveau een iemand komt die als portefeuille digitale zaken heeft. Zo wordt er op een verantwoordelijke manier omgegaan met digitalisering vraagstukken van de lokale overheid. Online veiligheid en toegankelijkheid voor Maastrichtenaren speelt hierbij een belangrijke rol.

Vrije gemeente-software

Als concreet voorbeeld willen wij dat de gemeente haar eigen, vrije en toegankelijke software gaat ontwikkelen. Dit kan door eigen mensen hiervoor aan te nemen of door duidelijke afspraken te maken met uitvoerende partijen. Als investering kost dit geld maar op de lange termijn zorgt dit voor een hoop vrijheid en flexibiliteit. De investering willen wij betalen vanuit bestaande Europese subsidie. De Europese Commissie heeft al een vrije licentie uitgebracht waarmee de Corona Check App ontwikkeld is. Wij geloven erin dat dergelijke vrije gemeente-software ook op lokaal niveau kan worden toegepast.

Aan de ene kant is Maastricht een stad waar een kind wordt klaargemaakt voor de Europese toekomst. Zo kun je in Maastricht van peuterspeelzaal tot studententijd Engelstalig onderwijs krijgen. Aan de andere kant leven 11.500 Maastrichtenaren, ofwel 7770 huishoudens, in armoede. Dat gaat dus over bijna 1 op de 10 Maastrichtenaren. De inkomens van deze groep behoren gemiddeld tot  de laagste in Nederland. Onderwijs is dé manier om ongelijkheid tegen te gaan, om Maastrichtenaren voor te bereiden op de toekomst en om de nieuwe generatie te leren gezond en verantwoordelijk te leven.

Jonge Maastrichtenaren: de Europeanen van morgen

Kinderen vandaag de dag spreken beter Engels  dan welke generatie daarvoor, neemt de kennis van het Frans en Duits af. Volt wil dat Maastrichtse jongeren een voorbeeld zijn voor de Europeanen van morgen. Zo wil Volt dat Frans en Duits taalonderwijs veel meer aandacht gaan krijgen in Maastricht en de rest van Zuid-Limburg, zeker vanwege onze ligging in Europa. Basisscholen in Zuid-Limburg zouden in ieder geval één van die twee vreemde talen moeten bieden op school. Zo creëer je gelijke kansen voor alle Maastrichtenaren voor de grensoverschrijdende economie van morgen (zie ook: 7. Meertaligheid in het hart van Europa).

Educatieve integratie voor alle Maastrichtenaren

Onderwijs heeft de taak om kinderen goed te integreren in de maatschappij. Integratie wordt vaak als thema benoemd wanneer het mensen aangaat met een niet-Westerse achtergrond. En dat terwijl integratie een verantwoordelijkheid is van alle burgers. De samenleving moet zich constant hard blijven maken voor wederkerig begrip en respect. Het is dus cruciaal om van kinds af aan gesprekken te voeren over maatschappelijke thema’s als democratie, discriminatie en emancipatie. Volt wil daarom een gemeentelijk lespakket ontwikkelen.

Voor een gezonde kindertijd in Maastricht

Het Limburgse project ‘Gezonde Basisschool van de Toekomst’, waarbij gezonde schoolmaaltijden, voorlichting en beweging centraal staan, is een succes. Resultaten tonen dat kinderen er sterk op vooruitgaan. Kinderen blijken daarbij ook een positieve invloed te hebben op de leefstijl van ouders en verzorgers. Volt wil daarom dat dit initiatief de norm wordt in Maastricht. Elk kind moet hierbij informatie krijgen over  gezonde schoolmaaltijden, zoals dat al gebeurt in Frankrijk. De gemeente moet kwetsbare gezinnen financieel tegemoetkomen. Een gezond leven mag immers nooit een privilege zijn.

Laaggeletterdheid tegengaan

Een Maastricht van de 21e eeuw is een stad zonder laaggeletterdheid. Die ligt nu in Maastricht hoger dan het landelijk gemiddelde. Volt wil inwoners helpen met laagdrempelig taalonderwijs dat kan plaatsvinden in buurthuizen, uitgevoerd door gemeente en vrijwilligers. Hiervoor moet samenwerking met onderwijsinstellingen opgezet worden (zie ook: 6. Meertaligheid in Europa).

Om nieuwe Maastrichtenaren te helpen hun leven op te bouwen in de stad, pleit Volt voor meer aandacht voor emancipatie en integratie. Lokale politiek moet beginnen vanuit een gezonde verhouding naar nieuwe en oude burgers toe: vanuit vertrouwen en een welwillendheid om te begeleiden. De rol van lokale politiek in het onderwijs speelt daarbij een belangrijke rol (zie ook: 9. Onderwijs als wapen tegen ongelijkheid). Daarnaast is economische integratie (met andere woorden: het hebben van werk) een belangrijke aanjager om mensen deel te laten maken van onze samenleving. Door de pandemie en de covid-steun is de band tussen gemeente en ondernemers sterker geworden. De gemeente kan daardoor nu een vertrouwelijke gids zijn voor nieuwe Maastrichtenaren die aan de slag willen.

Actief ondernemers en nieuwkomers verbinden

Vanuit vertrouwen handelen is iets wat binnen midden- en kleinbedrijven (het MKB) al lang gebeurt. Terwijl het MKB staat te springen om personeel, hebben veel nieuwkomers moeite om aan de slag te gaan. Door regelgeving, gebrek aan talenkennis en geringe diploma-erkenning, maar helaas ook door xenofobie, maakt een grote groep een late start. De gemeente is in de unieke positie om werkgevers en nieuwkomers te verbinden. Volt wil dat de gemeente start met een Bureau arbeidsbemiddeling voor nieuwkomers en verbinding legt tussen deze groepen. Ook kan de gemeente, net als de Provincie Limburg, traineeships voor deze doelgroep starten. Daarnaast ziet Volt in de bestaande wetgeving inzake bijstand voor zelfstandigen (Bbz) de ideale oplossing om ondernemerschap voor deze groep aantrekkelijk te maken. De regeling biedt bijstandsgerechtigden de mogelijkheid twee jaar lang hun uitkering te behouden terwijl zij beginnen aan hun zelfstandig ondernemerschap.

Veiligheid is belangrijk om je thuis te voelen in je stad. Ook hier benadrukt Volt het belang van verbinden tussen Maastrichtenaren en het verbinden met andere gemeenten in onze grensregio. Onze stad moet meer aandacht geven aan het waarborgen van respect en begrip: dit is cruciaal om al die verschillende groepen in Maastricht veilig te laten voelen. Volt gelooft dat het actief motiveren van gesprekken tussen inwoners op de lange termijn succesvoller is dan hardhandig optreden; niet alleen in onze eerder voorgestelde burgerraad maar ook in het dagelijks leven. Zo maken we onze stad écht inclusief. Los van inclusief zijn, zal onze regio ook grensoverschrijdend moeten worden. Door onze ligging is Zuid-Limburg en het omliggend Maas-Rijnland van België en Duitsland een unieke regio in Europa wat betreft veiligheidsuitdagingen. Criminaliteit in het hart van Europa is vaak al per definitie grenscriminaliteit - omdat het zowel Belgen, Duitsers als Nederlanders aangaat. De veiligheid van onze plaatselijke inwoners kan daarom alleen maar gewaarborgd worden door samen te werken binnen het kader van grensoverschrijdende politiek. Een veilig hart van Europa.

Pan-Europese criminaliteit, pan-Europees oplossen

Criminaliteit in Maastricht en de Euregio beweegt zich, in tegenstelling tot de huidige politiek, wel degelijk pan-Europees. Maastrichtse criminaliteit is vaak verbonden met de grensoverschrijdende drugshandel. Volt is voorstander van drugs-decriminalisering, iets dat in Portugal met succes is geïmplementeerd in 2001. Preventie moet altijd centraal staan in de strijd tegen drugsverslaving (zie ook: 8. Sociaal Maastricht). Volt is daarnaast voorstander van verdere integratie van Europol: het grensoverschrijdend politie-lichaam. Binnen dat kader wil Volt Euregionale samenwerking versnellen. Dit moet hand in hand gaan met versterking van Eurojust: de gerechtelijke autoriteit die Europol ondersteunt. Op geen enkele manier mag Europese integratie een negatieve impact hebben op onze waarden. Strengere aanpak tegen etnisch profileren en nodeloos politiegeweld is daarin cruciaal.

Een queer-gemeenschap die zich thuis voelt in een veilig Maastricht.

Maastricht is een ‘Regenboogstad’: een stad die overheidssteun ontvangt om emancipatie en acceptatie te bevorderen. Volt wil daarom de verwachting van een gemeentelijke regenboog-subsidie duidelijk communiceren en processen laagdrempelig maken voor burgerinitiatieven. Hier moet actief op worden gestuurd door de gemeente. Toch voelen verschillende inwoners zich onveilig. Het COC meldt dat geweld op basis van seksuele oriëntatie toeneemt. Regenboog-subsidie is dus niet genoeg. Het beschermen van Maastrichtenaren moet zich ook uiten in daden. Daarom pleit Volt voor meer geld naar Roze in Blauw, het politienetwerk van de queer-gemeenschap. Ook wil Volt dat er bij boa’s meer aandacht komt voor queer-veiligheid. Tegelijkertijd erkent Volt dat de queer-gemeenschap maar een deel vormt van onze interculturele samenleving. Respect en begrip voor elkaar kan hooguit worden gewaarborgd door ordehandhaving, maar kan nooit worden opgebouwd door agenten. Een samenleving van intercultureel respect en begrip begint meestal in het onderwijs. Daarom benadrukt Volt het belang van het versterken van een inclusieve cultuur door middel van lokaal opgezette schoolboeken die belangrijke maatschappelijke vraagstukken aangaan (zie in detail: 9. Onderwijs als wapen tegen ongelijkheid).